De initiatiefwetten ter bevordering van mediation in het Burgerlijk- en Bestuursrecht stonden ter discussie in de Tweede Kamer. Dit initiatief van VVD Kamerlid Van der Steur behelsde zelfs drie nieuwe wetswijzigingen om mediation structureel in te zetten bij civiele zaken binnen Justitie. Een eerdere poging om deze groep wetten door de kamer te krijgen strandde op o.a. aanmerkingen van de afdeling advisering van Raad van State. Van der Steur en zijn team moesten toen terug naar de tekentafel. De huidige versie, met steun van de Mediators federatie Nederland (MfN), vindt meer bijval in het Parlement.

Het drie uur durende debat in ‘eerste termijn’ richtte zich o.a. op deze aandachtspunten:

Vrijwilligheid

In hoeverre verenigt de doelstelling van de wetten, een standaard mediation procedure bij civiele zaken, zich met de gevraagde vrijwilligheid binnen mediation? Anders gezegd, hoe kan ik als partij nog vrijwillig voor mediation kiezen, als dit door de rechter wordt opgelegd? En in hoeverre werkt het tegen een partij als ze de mediation afwijzen? Men kan burgers nu eenmaal niet dwingen tot een mediation, hoogstens van harte aanraden.

Eisen aan Mediators

Het streven van de nieuwe Wet Registermediator is een door Justitie goedgekeurd register samen te stellen, waarbij geselecteerde mediators aan basiseisen moeten voldoen. Een van de criteria is minimaal twaalf mediations per jaar met gemiddeld tien contacturen (120 uur totaal). Veel Kamerleden ervaren dit als een te hoge eis. Het MfN bijvoorbeeld, vraagt momenteel als minimum eis drie mediations met twaalf contacturen per jaar. Verder menen enkele parlementsleden dat de kwaliteitsborg niet bij Justitie, c.q. de Minister, moet liggen, maar ook door de bestaande beroepsorganisaties kan worden uitgevoerd. In dit verlengde zou daarmee ook de wens tot beëdiging van de mediators komen te vervallen.

Verschoningsrecht

De wet streeft naar een verschoningrecht voor de geselecteerde mediators. Dit streven wordt mede ingegeven door de Europese regelgeving. In Oostenrijk is dit bv. al een standaard gegeven. Binnen de Kamer is enige terughoudendheid op dit punt te bespeuren en men vraagt aan Van der Steur om meer onderbouwing.

Digitale Snelrechter

In deze toekomstvisie kan de mediator tijdens het proces op specifieke punten, on line, aan een rechter een beslissing vragen. Vanuit de Kamer komen er vragen in hoeverre de mediators niet ongewild als juridische ambtenaren gaan fungeren. Komt door deze handelswijze de neutraliteit en vrijwilligheid van de mediation niet in het geding?

In het algemeen waren de aanwezige partijen: CDA, PvdA, CU, D’66, SGP, PVV en VVD gematigd positief over de drie initiatiefwetten en werden Van der Steur en de Minister naar huis gestuurd met een aantal gedetailleerde vragen. De antwoorden worden binnen twee weken verwacht, waarna de wet waarschijnlijk in maart voor stemming aan de Tweede Kamer wordt voorgelegd.

Al met al is weer een stap gezet voor de inzet van mediators in ons rechtssysteem.

Robert Jan Stoop

De Wet Werk en Zekerheid zal het Nederlandse ontslagrecht per 1 juli 2015 aanzienlijk veranderen. Eén van de meest in het oog springende veranderingen is de mogelijkheid voor de werknemer om de vaststellingsovereenkomst na ondertekening te ontbinden. Deze ontwikkeling zet de onderhandelingen tussen werkgever en werknemer in een ander daglicht. Alleen regelingen die daadwerkelijk de goedkeuring van de werknemer kunnen wegdragen zullen duurzaam zijn. Dat leidt tot een extra uitdaging voor de rechtspraktijk en kansen voor mediators.


Als een werkgever en werknemer in goed overleg een einde willen maken aan een arbeidsovereenkomst, dan kan dat door ondertekening van een vaststellingsovereenkomst. In de praktijk komt deze wijze van beëindigen van het dienstverband veelvuldig voor. Vóór 1 juli 2015 is er met het tekenen van een vaststellingsovereenkomst doorgaans geen weg meer terug. Dat wil zeggen dat er vaak onder hoge (tijds)druk onderhandeld wordt en dat het moment van het zetten van de handtekening essentieel is voor het bepalen van de inhoud van de regeling.

Met het nieuwe ontslagrecht wordt de handtekening van de werknemer onder een vaststellingsovereenkomst minder waardevol. De nieuwe wet (artikel 7:670b BW) biedt de werknemer namelijk, na het zetten van zijn handtekening, twee weken bedenktijd. De werknemer mag de overeenkomst in die periode zonder opgaaf van redenen ontbinden (artikel 7:670b lid 2 BW).

De termijn van twee weken wordt bovendien verlengd tot drie weken, als de werkgever nalaat om in de vaststellingsovereenkomst expliciet naar deze mogelijkheid tot ontbinding te verwijzen (art. 7:670b lid 3 BW). Een werknemer kan binnen een termijn van 6 maanden weliswaar slechts één keer met een dergelijke verklaring een vaststellingsovereenkomst ontbinden (art. 7:670b lid 4 BW), maar in de praktijk heeft een werknemer niet elke dag met dit soort onderhandelingen te maken. Het zet het resultaat van de onderhandelingen in elk geval behoorlijk op losse schroeven.

Nu zijn er door slimme juristen al de nodige oplossingen bedacht. Er zouden twee vaststellingsovereenkomsten kunnen worden opgesteld, waarbij de eerste direct na ondertekening door de werknemer wordt ontbonden en de tweede daarna alsnog bindend wordt getekend. Het is maar zeer de vraag of dit soort constructies juridisch houdbaar zullen zijn. Ze gaan in elk geval voorbij aan de bedoeling van de wetgever om te streven naar een situatie, waarin de werknemer niet een regeling ‘door de strot wordt geduwd’, maar onderhandelingen waarin plaats is voor het creëren van draagvlak.

Een regeling die tot stand komt op vrijwillige basis en daadwerkelijk de instemming van de werknemer heeft, zal niet zo snel worden ontbonden. Draagvlak, vrijwilligheid en duurzaamheid zijn kernwaarden die bij uitstek horen bij mediation. Als partijen immers onder leiding van een neutrale partij, op een open en gelijkwaardige manier kunnen onderhandelen, dan is de kans op een vaststellingsovereenkomst die niet door de werknemer wordt vernietigd vele malen groter, dan in een sfeer van strijd, druk en wantrouwen.

*Robert Jan Stoop is arbeidsrechtadvocaat en partner bij TeekensKarstens advocaten notarissen, ook is hij MfN Registermediator en partner bij Resolute Mediation;
**Lotte van der Vaart studeert Nederlands recht aan de Universiteit van Leiden, ze heeft haar Bachelor Nederlands recht behaald en is student stagiaire bij TeekensKarstens advocaten notarissen.

Notarissen-mediators zijn steeds vaker actief als echtscheidingsbemiddelaar of bij beladen nalatenschappen. Maar welke kansen biedt zakelijke mediation binnen het notariaat? Peter-Jan Smits, directeur van Resolute Mediation leidde tijdens een mediationcongres de workshop “Zakelijke mediation, niet voor watjes”.

Lees hier het interview.

In het toonanaangevende blad Nederlandse Mediation worden opvallende mediations gepubliceerd. Onlangs verscheen in aflevering 3 van 2015 onder vindplaats 2015/23 een mediation van Resolute Mediator Peter-Jan Smits.

Lees hier de uitspraak:

Link (pdf)

Welcome to WordPress. This is your first post. Edit or delete it, then start writing!