Aanpassing Gedragsregels Advocatuur biedt kansen voor Mediators

door Hans Nijhout & Robert Jan Stoop

Sinds anderhalf jaar gelden er nieuwe Gedragsregels voor de Advocatuur. De oude Gedragsregels dateerden uit 1992. Het werd na een kwart eeuw dus ook wel tijd voor een update. Een van de belangrijkste wijzigingen is het schrappen van het verbod op op overleggen (bij de rechtbank indienen) van “confraternele correspondentie”. Wij zien dat het afschaffen van deze regel kansen biedt voor Mediators.

Onder de oude Gedragsregels was het advocaten verboden om correspondentie, die gewisseld was tussen advocaten, in een procedure in het geding te brengen. De achterliggende gedachte was dat advocaten vrijelijk moesten kunnen onderhandelen om tot een regeling te komen, zonder dat zij in een procedure om de oren geslagen konden worden met de inhoud van die onderhandelingen.

Laten we dat toelichten aan de hand van een voorbeeld. Partijen A en B hebben een geschil over de betaling van een factuur van € 10.000, die partij A heeft gezonden voor de verbouwing van het kantoorpand van B. Partij B is niet tevreden over de kwaliteit en heeft als gevolg van de verbouwing zelfs € 5.000 schade geleden. B heeft echter geen zin in een eindeloze en kostbare procedure en vraagt zijn advocaat om de advocaat van partij A voor te stellen om aan A een bedrag van € 3.000 te betalen. Partijen komen er niet uit, een procedure volgt. In de procedure vordert A betaling van de factuur van € 10.000. B vordert afwijzing van die vordering en betaling van de schade van € 5.000. Het aanbod van B om A gedeeltelijk te betalen werkt niet in zijn voordeel, omdat hij aanvankelijk wel bereid was om een deel van de factuur te betalen en af te zien van het vorderen van schade.

Op zich is het uitgangspunt van confraternele correspondentie zinvol. De reden dat het tóch is afgeschaft, heeft niet zozeer met de advocatuur te maken, als wel met de opkomst van bedrijfsjuristen en behandelaars bij vakbonden en  rechtsbijstandsverzekeraars. Deze juristen zijn doorgaans geen advocaten en dus niet gebonden aan de Gedragsregels voor de Advocatuur. In dergelijke procedures was dus geen sprake van confraternele correspondentie, waardoor er rechtsongelijkheid ontstond. Daar is een einde aan gekomen. Sinds februari 2018 mag alle correspondentie – ook correspondentie tussen advocaten – worden ingediend bij de rechtbank.

Deze ontwikkeling biedt nieuwe mogelijkheden voor mediators. De vertrouwelijkheid van mediation biedt partijen immers de mogelijkheid om vrijelijk te onderhandelen over een regeling, zónder dat hen dit in een procedure kan worden tegengeworpen. Partijen weten zeker dat de door hen gewisselde correspondentie geheim is en ook blijft. De advocaten, die de mediationovereenkomst mee tekenen, mogen de gewisselde correspondentie – ook nu het verbod is weggevallen – niet gebruiken in een procedure. Dat de inzet van mediation in de meeste gevallen de gang naar de rechter voorkomt is een prettige bijkomstigheid.

CATEGORIEËN