door Robert Jan Stoop
Procedures tussen bedrijven kunnen soms jaren duren. Dat geldt ook voor arbeidszaken, nu ook daar hoger beroep kan worden ingesteld. Maar wat nu als de uitkomst van een procedure niet kan worden afgewacht? Wat als aandeelhouders van een bedrijf ruzie hebben en het bedrijf, tijdens de procedure, als zand tussen hun vingers dreigt weg te glippen?
Eind mei van dit jaar werd ik door de rechtbank gevraagd om als mediator te bemiddelen in een geschil tussen vier aandeelhouders. Ik maakte kennis met Kees, oprichter van het bedrijf en eigenaar van een kwart van de aandelen. Ik ontmoette ook Andries, Remco en Jochem, later toegetreden tot het bedrijf, aanzienlijk jonger dan Kees en tezamen houder van driekwart van van de aandelen.
Het bedrijf is actief in de off shore industrie en heeft de afgelopen jaren mooie winsten gemaakt. Door het wegvallen van een aantal grote internationale opdrachten is er nu echter een ingrijpende reorganisatie en een nieuw commercieel beleid noodzakelijk. Tussen Kees enerzijds en de andere aandeelhouders anderzijds ontstaat een fors meningsverschil over de te varen koers. De discussie escaleert. Kees wordt op non actief gezet en is niet meer welkom tijdens het directieoverleg. Kees bereidt zich ondertussen voor om zijn eigen bedrijf te starten en benadert klanten. Dat pikken Andries, Remco en Jochem niet.
Andries, Remco en Jochem stappen naar de rechter om hun overeenkomst met Kees te beëindigen. Kees eist een schadevergoeding en ontheffing van het toepasselijke non concurrentiebeding. Tijdens de zitting blijkt dat alle partijen van de samenwerking af willen, maar dat er een groot verschil van inzicht bestaat over hoe dat er uit moet zien. Het einde van deze procedure is nog niet in zicht en nieuwe procedures over de waarde van de aandelen en verdeling van de klanten liggen in het verschiet. Ook blijkt dat het bedrijf inmiddels nauwelijks meer draait en dat er grote onrust is onder de medewerkers en opdrachtgevers.
Tijdens een zeer intensief mediation traject van zes weken, komen we tot mooie gesprekken. De zaak staat onder druk, want als we te lang praten is er niets van het bedrijf over. Er blijken allerlei diepere oorzaken voor het geschil. Kees heeft ooit een mooi bedrag ontvangen voor zijn aandelen en Andries, Remco en Jochem willen hem niet opnieuw betalen. Kees begrijpt wel dat hij plaats moet maken voor de jeugd, maar maakt zich zorgen over zijn eigen financiële toekomst. Hij moet nog tien jaar en wil graag in de off shore industrie werkzaam blijven voor “zijn” klanten.
Als we alle belangen en in kaart hebben gebracht, verdwijnt bij de vier langzaam de boosheid en komen we tot constructieve gesprekken. Tijdens een late sessie bij Grand Hotel Huis ter Duin vinden we de oplossing. Het bedrijf wordt gesplitst. Andries, Remco en Jochem gaan door met de internationale projecten en Kees behoudt de – kleinere – advies tak van het bedrijf. De klanten en het werk worden verdeeld en er wordt zelfs een gezamenlijk commercieel beleid uitgestippeld voor de beide bedrijven. Vlak voor de zomer zitten Kees, Andries, Remco en Jochem bij de notaris.
Na de zomer bel ik de vier hoofdrolspelers. Ze zijn weer volop aan het ondernemen en blij met de afloop. Ze realiseren zich dat het bedrijf een lange juridische procedure waarschijnlijk niet had overleefd.
Mediation bij geschillen tussen aandeelhouders lijkt een logische keuze, maar wordt toch vaak niet toegepast. Doorgaans is de emotie daarvoor te hoog opgelopen en zodra er advocaten in het spel zijn, wordt daar soms nog een schepje bovenop gedaan. In mijn ogen zou dat anders kunnen en moeten.
N.B.
De hierboven beschreven feiten zijn – met toestemming van de betrokkenen – juist weergegeven. Vanzelfsprekend zijn de namen van de aandeelhouders en de branche ,waarin het bedrijf opereert, veranderd.